Momenteel zit ik in Khao Lak, waar 21 jaar geleden zo’n vierduizend Thai het leven lieten na ‘s werelds dodelijkste natuurramp: de zeebeving in de Indische oceaan van 2004. Wereldwijd loopt dat getal op tot een kwart miljoen levens – even slikken dus. Daarbovenop komt nog eens een materiële kost die men raamt op een slordige 10 miljard Amerikaanse dollar (omgerekend zo’n 8,7 miljard euro). Al kan je daar niet echt een prijs op plakken; voor velen gaat dit over hun huis, eenmanszaak of een juist afbetaalde auto. En dan heb je nog zij die het wel overleefden, maar hun dierbaren nooit meer terug zullen zien.
Maar van dat leed merk je hier precies niet veel. Terwijl de herinnering levendig wordt gehouden in een handvol kleine herdenkingscentra, gaat men hier gewoon verder. En niet in mineur – de Thai zijn ongelooflijk optimistische, onbaatzuchtige en vooral hartelijke mensen. Je kan er talloze uren mee aan tafel zitten zonder elkaar ooit gekend te hebben. Ze zitten met je in als je een gerecht thai spicy probeert te bestellen en heffen straathonden op en uit de weg zodat ze niet omvergereden worden door de roekeloze scooterchauffeurs. Soms vragen ze zelfs tot vervelens toe of ‘alles oke is’ en ‘je even wil praten?’ Kortom, de Thai zijn hartstikke leuke mensen.
Dus ik heb het hier wel naar mijn zin; Naar hier komen voelt vree goed. En het is ook nog steeds turbulent voor mij – ik mis nog steeds mijn thuis.
Misschien moet ik mij de komende maanden gewoon wat Thaiser gaan gedragen: iedereen vriendelijk begroeten, wat onbaatzuchtiger zijn en tevreden zijn met wat er al op mijn pad is gekomen.
Of dat gaat lukken zal de tijd uitwijzen, intussen maak ik mij klaar om mijn duikbrevet te behalen!
Toedeloe!

Geef een reactie op mysteriouslybeardf0143bf082 Reactie annuleren